doelstellingen Techniek in de eerste graad te bereiken met deze motorsturing:
6.1. Toepassingsgebied: Taalontwikkelend vakonderwijs 1. De nieuwe vakbegrippen kunnen gebruiken, mondeling en/of schriftelijk kunnen omschrijven. 2. Bij het begrijpend lezen van vakgerichte teksten gebruik kunnen maken van de titels, tussenkopjes, indeling in paragrafen, afbeeldingen, lay-out. 3. Vakgerichte teksten, zoals de cursus, opgaven, artikeltjes, handleidingen, instructies begrijpend kunnen lezen en er gericht informatie kunnen uithalen.
6.2. Toepassingsgebied: Techniek als menselijke activiteit 4. De opeenvolgende stappen van het technisch proces doorlopen om een eenvoudig technisch systeem te realiseren. 5. Vanuit een behoefte een technisch probleem kunnen definiëren na onderzoek van de relevante vereisten 6. Een eenvoudig technisch systeem kunnen ontwerpen. 7. Planmatig kunnen werken bij het uitvoeren van een technische opdracht. 8. Een handleiding, plan of schema kunnen raadplegen. 9. Een technisch systeem in gebruik kunnen nemen. 10. Een technisch systeem kunnen evalueren. 11. Het eigen handelen kunnen evalueren in elke fase van het technische proces. 12. Hulpmiddelen kunnen kiezen en inzetten in functie van het doel en het gebruik. 14. Technische systemen adequaat kunnen gebruiken. 15. In concrete voorbeelden kunnen aangeven hoe men duurzaam kan handelen in de verschillende stappen van het technisch proces.
6.3. Toepassingsgebied: Techniek en Energie. 16. In concrete voorbeelden kunnen aangeven dat het gebruik van energie varieert in tijd en ruimte. 17. In concrete voorbeelden kunnen aantonen dat technische systemen in verband met energie ontworpen en gemaakt zijn om aan sociale en culturele behoeften te voldoen. 18. Verschillende onderdelen en deelsystemen in een technisch systeem onderzoeken en de functies en relaties ertussen toelichten. 19. Met voorbeelden enkele manieren van opwekking, omvorming en gebruik van energie kunnen illustreren. 20. Met een eenvoudig voorbeeld kunnen uitleggen dat vaak nuttige energie verloren gaat. 21. Aan de hand van eenvoudige voorbeelden de eenheden van spanning, stroomsterkte en vermogen kunnen gebruiken. 23. Met een voorbeeld het verschil tussen gelijk- en wisselspanning kunnen uitleggen. 24. Op een eenvoudige wijze kunnen beschrijven hoe overbelasting en elektrocutie kunnen worden veroorzaakt en kunnen worden voorkomen. 25. Het werkingsprincipe van een toestel met eenvoudige automatische regeling kunnen beschrijven. 27. Eenvoudige elektrische verbindingen kunnen maken aan de hand van een schema. 28. Eenvoudige detectieapparatuur om vermoedelijke oorzaken van niet functioneren van een eenvoudige elektrische kringloop op te sporen, kunnen gebruiken. 29. Een eenvoudig technisch systeem i.v.m. energie kunnen realiseren.
6.4. Toepassingsgebied: Techniek en Constructie. 32. In concrete voorbeelden kunnen aangeven dat constructies variëren in tijd en ruimte. 33. In concrete voorbeelden kunnen aantonen dat constructies ontworpen en gemaakt zijn om aan sociale en culturele behoeften te voldoen. 34. Verschillende onderdelen en deelsystemen in een technisch systeem onderzoeken en de functies en relaties ertussen toelichten. 35. De gebruikte hulpmiddelen in een concrete toepassing kennen. 36. De hulpmiddelen kunnen kiezen en inzetten in functie van het doel en het gebruik bij de realisatie van een constructie. 37. Eenvoudige technische constructie kunnen realiseren. 38. Een eenvoudig samengesteld voorwerp met behulp van een schema kunnen monteren en demonteren. 39. De afmetingen van een voorwerp op een tekening kunnen lezen. 40. Het belang van technische tekeningen en andere technische gegevens overdragers kunnen illustreren. 41. De meest gebruikte technische tekensymbolen en genormaliseerde afspraken herkennen in concrete situaties. 42. Een eenvoudige tekening kunnen maken en op materiaal kunnen overbrengen. 43. Technisch systemen zorgzaam, doelgericht, veilig en ergonomisch kunnen gebruiken. 44. In concrete voorbeelden van technische systemen kunnen uitleggen welk onderhoud noodzakelijk is voor de goede en duurzame werking. 45. Voorbeelden van milieueffecten van recycleren, hergebruiken en wegwerpen kunnen geven en toepassen.
6.5. Toepassingsgebied: Techniek en Informatie en Communicatie. 48. In concrete voorbeelden kunnen aangeven dat informatie- en communicatiesystemen variëren in tijd en ruimte. 49. In concrete voorbeelden kunnen aantonen dat informatie- en communicatiesystemen ontworpen en gemaakt zijn om aan sociale en culturele behoeften te voldoen. 50. Verschillende onderdelen en deelsystemen in een informatie- en communicatiesysteem onderzoeken en de functies en relaties ertussen toelichten. 51. In concrete voorbeelden de stappen van het cyclisch technisch proces kunnen aanduiden. 52. De basisbegrippen ‘invoer’, ‘verwerking’ en ‘uitvoer’ bij gegevensverwerkende systemen kunnen herkennen. 53. De meest gebruikte technische tekensymbolen en genormaliseerde afspraken herkennen in concrete situaties. 56. Het principe van een telfunctie begrijpen en kunnen toepassen. 57. Het principe van een geheugenfunctie begrijpen en kunnen toepassen. 58. Een stroomkring kunnen ontwerpen en uitvoeren. 59. Met concrete voorbeelden de rol illustreren van sturingen.
6.6. Toepassingsgebied: Techniek en Transport. 62. In concrete voorbeelden kunnen aangeven dat transportsystemen variëren in tijd en ruimte. 63. In concrete voorbeelden kunnen aantonen dat transportsystemen ontworpen en gemaakt zijn om een sociale en culturele behoeften te voldoen. 64. Verschillende onderdelen en deelsystemen in een transportsysteem onderzoeken en de functies en relaties ertussen toelichten. 65. Beweging- en krachtoverbrengingen kunnen onderscheiden en toepassen. 66. Een eenvoudig transportsysteem kunnen ontwerpen en realiseren. 67. In concrete voorbeelden van transportsystemen kunnen uitleggen dat men voor de ontwikkeling en het gebruik keuzen maakt op basis van criteria. 68. In concrete voorbeelden kunnen aangeven wat de positieve en negatieve effecten van transportsystemen zijn op het maatschappelijk leven en op de natuur. 69. Voorbeelden geven van maatschappelijke keuzen die bepalend zijn voor de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe transportsystemen.
Integratie ICT 1Instructie, differentiatie en remediëring met behulp van ICT Informatie verwerven en verwerken met ICT Communiceren met ICT
In het totaal worden met het succesvol beëindigen van dit project 61 doelstellingen uit het leerplan OVSG O/2/2010/013 bereikt.